MENSELIJKE KAPSPOREN OP BOTTEN VAN WEZEPERBRUG
naar het begin van de pagina

DE GASUNIE, DE PIJPLEIDING, ORVELTE, WEZUPERBRUG, MAMMOETEN, EEN WOLHARIGE NEUSHOORN EN NU OOK EEN NEANDERTHALER, EN MOGELIJK EEN TWEEDE SALZGITTER LEBENSTEDT

Het begon in 1991 toen, nabij Orvelte/ Wezuperbrug, in de sleuf die nodig was om een pijpleiding onder het Oranjekanaal door te kunnen trekken, resten van twee mammoeten werden aangetroffen. Er werd een opgraving uitgevoerd. Het was een uitgelezen kans om meer te weten te komen over de directe leefomstandigheden van dit uitgestorven dier van 41.000 jaar voor heden. De dieren hadden geleefd in een redelijk aangenaam droog klimaat, met veel grasland en weinig boombegroeiing, omdat de bodem tot op grote diepte bevroren was. Boven de grond was het gematigd warm, maar daar onder ijzig koud. De mammoetrestanten werden aangetroffen in wat eens het ondiepe water was van een meer of moeras.

In de afgelopen week zou op nagenoeg dezelfde plek weer een pijpleiding onder het Oranjekanaal doorgetrokken worden. Daarvoor moest men weer diep de grond in. Er werd vanuit gegaan dat er ook nu weer pleistocene dieren aangetroffen konden worden. Een onderzoeksteam was er dan ook vanaf het begin bij betrokken.

Bas Hofman, de huisarcheoloog van de Gasunie zegt er dit over: “Tijdens de leidingaanleg in 1991 zijn op deze locatie ook botten gevonden van een volwassen en een kleine mammoet. Omdat deze nieuwe leiding op vijftien meter afstand van de vorige vindplaats ligt, hadden we het vermoeden dat we weer mammoet- en neushoornresten tegen konden komen.” Dat bleek dus het geval te zijn. "Woensdag 23 september werden verschillende botten aangetroffen op een diepte van vier meter”, aldus Bas. “Meest spectaculair is een slagtand van een mammoet. Verder zijn er twee kiezen van een mammoet, een onderarmbeen van de wolharige neushoorn en wat losse botfragmenten gevonden”.

Bij de opgraving is ook Anton Verhagen ingeschakeld als mammoetdeskundige.
Hij zegt over de opgraving het volgende: “Het zou kunnen dat de resten die we nu gevonden hebben, horen bij de opgraving uit 1991. In de kaak die we destijds vonden ontbraken namelijk twee kleinere kiezen en de twee gevonden kiezen lijken daar precies in te passen. De meeste botten in Nederland zijn gevonden door vissers in de Noordzee of door baggeraars. Hierdoor is de exacte vindlocatie nooit bekend. De huidige botten zijn in hun “context” gevonden, dat wil zeggen dat de laag waarin de botten liggen meer informatie kan geven over de omgeving ten tijde van het leven van de dieren. Het onderzoek spitst zich dan ook niet alleen toe op de botten, maar ook op de zaden, pollen en kevers die worden gevonden in de omliggende zandlagen.”

Verhagen ontdekte op een van de botten bijzondere beschadigingen die hij niet als natuurlijk kon interpreteren. “Dat wil waarschijnlijk zeggen dat hier 40.000 jaar geleden een neanderthaler heeft rondgelopen. We zijn de grond uit het vak aan het zeven om te kijken of we vuurstenen terugvinden. Als we stenen werktuigen vinden dan is het 100 procent zeker dat het een werktuig van neanderthalers is.”

Over Anton Verhagen
Verhagen is de oprichter en beheerder van het Archeologisch Paleontologisch Museum Hertogsgemaal te Gewande nabij 's Hertogenbosch. In het museum wordt een compleet bewoningsbeeld gegeven van de omgeving langs de Maas in dat deel van Brabant. Verhagen is de belangrijkste man achter het project 'De Grote Wielen, er was eens...' (pdf-bestand)

We hebben in de media kunnen lezen dat er menselijke bewerkingen op de botten van Wezuperbrug zijn geconstateerd. Volgens Verhagen was de Neanderthaler verantwoordelijk voor de botten in de opgravingsput. Het zou gaan om een afvaldump van een jagerskampement. Verhagen gaat niet over een nacht ijs bij het naar buiten brengen van dergelijke beweringen. Hij zal alle bij hem bekende mogelijke tegenoorzaken hebben overwogen voordat hij tot zijn uitspraak kwam. En dat zijn er meer dan wij kunnen bedenken. Zorgvuldigheid staat bij hem voorop.

Verhagen weet alles van botten en eventuele aanwezige bewerkings sporen en is (misschien wel) de grootste kenner in ons land op het gebied van bewerkingen op botten. Ik herhaal het nog een keer; deze privé-onderzoeker is een buitengewoon goede paleontoloog, in dezelfde orde als Dick Mol. Maar in tegenstelling tot Mol heeft Verhagen veel kennis van bewerkingen op zacht materiaal, dus van werktuigen van bot, been, gewei en ivoor. Kennis over snij- en kapsporen, ontstaan bij slacht, hoort daar ook bij.

Praktijkervaring deed hij op in de zuigputten langs de Maas. Hier was hij lange tijd de enige die alle dierlijke restanten kreeg die er werden opgezogen. Duizenden botten van nu uitgestorven diersoorten zijn er op die manier naar boven gekomen. Ze werden Verhagen's faforiete studieobject. Het inmiddels meer dan veertig jaren werken hieraan zorgde voor een enorme kennisvoorsprong op het gebied van de paleontologie. Wat er in het Hertogsgemaal ligt is maar het topje van de ijsberg van zijn collectie. Ik vertrouw voor 100% op zijn expertise. (KG).

Citaten interviews: Groninger Internetkrant.

DEZELFDE PERMAFROST BODEMSTRUCTUUR ALS IN SALZGITTER LEBENSTEDT
Op een gebroken en in de lengterichting gespleten stuk mammoetrib van Wezuperbrug zijn dwarse inkervingen zichtbaar. De foto kan helaas niet verder uitvergroot worden. Maar bij goed kijken is te zien dat de inkervingen lijken overeen te komen met kapsporen. Het karakteristiek daarvan is één scherpe rechte kant met direct daar tegenover een boogvormige afsplintering. Dit gaat op voor kapsporen op botten uit alle perioden. Volgens mondelinge mededeling van Anton Verhagen had hij ze op meerdere botten aangetroffen. Het voorkomen van zoveel in kleine stukken gebroken ribben zou volgen hem ook wijzen op menselijke activiteiten. Hij vond het ook opvallend dat de schedel eveneens in vele kleinere parten was opgedeeld. De wervels waren gebroken op de hardste delen ervan. Dat was ook niet natuurlijk, net als het voorkomen van in de lengte gespleten ribben. Ook dat alles wees volgens hem op mensenwerk. Wel had hij naast de kapsporen vraatsporen van wolven aangetroffen. Dit wees er volgens hem op dat de botrestanten op een afvalhoop hadden gelegen in het water van een ondiep meer of moeras direct naast een menselijke nederzetting. Dit verschijnsel is vaak aangetroffen bij opgegraven kampementen. Het is o.a. bekend van het nagenoeg even oude Salzgitter Lebenstedt, maar ook van het 30.000 jaar oude, dus veel jongere Dolni Vestonice in Tsjechië. Indien de inkervingen op de botten van Wezuperbrug mensenwerk is, dan impliceert dit dat we te maken hebben met een vermoedelijk kampement in de directe nabijheid. Dit zou werkelijk spectaculair zijn. Het zou de Nederlandse beroepsarcheologie een unieke kans bieden om in eigen land het topje van hun kunnen te laten zien. Mijn advies is dan ook; onmiddellijk opgraven, vergroot de Gasunieput rondom en probeer de oever van het pleistocene verzonken meer te volgen. Een goed getrainde graafmachinebestuurder legt in een paar dagen een enorm oppervlak bloot tot op elke gewenste diepte, de bodem is ter plaatse zo zacht als boter.
Op een van de panelen bij de tentoonstelling over Salzgitter Lebenstedt in Wolfenbüttel staat een uitleg over het kampement en de woonomstandigheden. Vrij vertaald staat er:

Bodemprofiel en opgravingspreparaat.
Vindplaats: Lebenstedt/Krähenriede

Het 50.000 jaar oude Neamnderthaler kampement lag niet direct aan het aardoppervlak, maar was door enorm dikke aardafzettingen bedekt geraakt. Al dit materiaal van stenen, zand en slib werd door de rivier, waaraan het kampement lag, aangevoerd en afgezet. Vooral tijdens het afsmeltproces van de laatste ijstijd werd dit proces geïntensiveerd. Op deze manier werden in totaal 4 tot 6 dikke aardlagen over de vindplaats afgezet. De afzettingen konden gedateerd worden.

De site beslaat het kampement op de droge oever langs de rivier en zet zich voort in de bedding ervan. De rivier zelf werd als vuilstort gebruikt. De niet meer bruikbare delen van de jachtbuit werden door de bewoners in het water geworpen, maar daarnaast ook de kapotte gereedschappen, wapens en werktuigen. In de reconstructie is deze situatie zichtbaar gemaakt. Duidelijk is het botafval van de jachtbuit zichtbaar, met daarnaast een stootspeer gemaakt van een aangepunte mammoetrib.

Het zou mooi zijn indien deze beschrijving ook van toepassing zou zijn op 'het jachtkampement Wezuperbrug'. Bij de vindplaats Salzgitter Lebenstedt gaat men er vanuit dat het 50.000 jaar geleden door Neanderthalers werd ingericht en bewoond. Het zou niet lang duren voordat de moderne mens deze jachtvelden zou gaan betreden. Na 35.000 jaar voor heden, worden in de graven op nederzettingen in Moravië bv, zoals Dolni Vestonice, alleen nog maar Cro Magnon-mensen aangetroffen. Sterk gelijkend op ons. Wezeperbrug, met een datering van 41.000 BP behoort tot de laatste fase van de Neanderthaler, tenminste als het een restant van een kampement betreft.
De pijplijn boven de grond bij WezUperbrug. Vlakbij de plaats waar in 1991 de Mammoet van Orvelte werd ontdekt.
In september 2009 werden grootschalige werkzaamheden uitgevoerd in Noord-Nederland.
Dit om ons gasgebruik veilig te stellen. De pijplijn zal gas gaan aanvoeren uit de Oekraïne. Er moet derhalve nog wel een aardig stukje bij aangelegd worden. Tijdens de aanleg wordt een ruim oppervlak van de bodem vrijgelegd. Alle begoeiing wordt verwijderd. In het midden van het tracé wordt de sleuf gegraven waar de enorme stalen buizen in geplaatst gaan worden. Het is een buitenkansje voor archeologen.
Er zal dan ook veel langs het tracé gezocht worden door amateurs en de beroeps zullen vast ook de aanleg van nabij volgen.
Webmaster: Klaas Geertsma
KLIK VOOR HET NIEUWE ARTIKEL OVER JADEIETBIJLEN
Een kijkje in de opgravingsput van Wezuperbrug. Achterin is te zien dat het vlak waarop het tafeltje staat een stuk hoger ligt dan het vlak waarop de ladder staat. Het is het laatste stuk dat nog weg gegraven moet worden. Op dit vlak was een mammoetwervel uitgeprepareerd. Het lag nog in situ, zie foto's hieronder. Het vondstniveau ligt onder de grondwaterspiegel, daarom werd er rondom de put een beschoeiing van stalen platen aangebracht en werd er voortdurend water weg gepompt om de bodem droog te houden. Zonder deze maatregelen zou er nooit zo'n diepe put gegraven kunnen worden, de wanden zouden nl onmiddellijk instorten. Alleen omdat de vondsten onder de grondwater- spiegel liggen konden ze bewaard blijven. Het is een unieke situatie.
Om de pijplijn onder het Oranjekanaal door te kunnen laten duiken wordt de gleuf plaatselijk verder uitgediept tot op een diepte van meer dan zes meter. Dit werd de opgravingsput van Wezuperbrug. Het kanaal ligt achter de begroeiing, achter de RAAP-medewerkers. Links van de gele waterpomp werden in 1991 al de eerste mammoet restanten aangetroffen. Men groef niet meer op dan waar men bij kon komen. Bij de aanleg van de tweede pijplijn, verwachtte men daarom wederom restanten aan te treffen. Dit bleek te kloppen. Deze tweede opgraving leverde opnieuw mammoetdelen op, waaronder twee kiezen die mogelijk passen in de schedel van de eerste opgraving in 1991, want in de schedel die toen werd opgegraven ontbraken nl twee kiezen. Indien ze blijken te passen, dan zijn ze op de een of andere manier meer dan tien meter van elkaar gescheiden geraakt. Was de oorzaak ervan een natuurlijke? Sterk stromend water zou ook de rest hebben doen verspoelen, want mammoetkiezen zijn nogal zwaar. Permafrost-bodembewegingen? Die zijn wel in het bodemvlak op de site aangetoond, zie foto's verderop. Maar ook daardoor zou een verplaatsing van meer dan tien meter niet verklaard kunnen worden. Er moet daarom een andere oorzaak aan te wijzen zijn.
Voor het te verrichten opgravingswerk werd het archeologisch advies bureau RAAP ingschakeld. Daarnaast had men een kenner nodig van de uitgestorven pleistocene zoogdierfauna. APAN-lid Anton Verhagen werd hiervoor speciaal gevraagd. Links bovenin de foto is hij bezig met de 'prikstok' om zo te kunnen ontdekken waar mogelijk botrestanten direct onder het oppervlak aanwezig zijn. Zo werd ook de mammoetwervel ontdekt en later vrijgelegd. Zichtbaar rechts boven de RAAP-medewerker, bij het bordje met het opschrift: G61 35 - 27. Over de typische bodemverkleuringen in het vlak waar Verhagen bezig is, verderop meer.
Naast veel losse schedeldelen, wervels, twee kiezen en een hoeveelheid gebroken ribstukken, werd er ook een prachtige stoottand van de Mammoet geborgen. Naast de resten van dit dier werd er ook nog een restant van een wolharige neushoorn aangetroffen. De twee meest indrukwekkende bewoners van de mammoetteppe waren dus 41.000 geleden ter plekke aanwezig.
Foto Gasunie
Foto links: nog een detailfoto van het opgravingsvlak met in situ de mammoetwervel. Foto rechts: op de campingtafel in de put ligt de buit van 28 september. Het gaat om kleine vnl gebroken rib- en schedeldelen. Alle gevonden materiaal wordt dagelijks afgevoerd ter conservering.
Links: Wezuperbrug. Anton Verhagen staat hier op een bijzonder bodemvlak. In het vlak zijn verschillende verkleuringen te zien, gerangschikt in een opvallend patroon van donkere en lichte in elkaar grijpende slierten. Deze structuur wijst op een sterk verknede bodem, als gevolg van enorme persingen tussen dooi en bevriesperioden van het grondoppervlak in de permafrostbodem van de laatse ijstijd.
Rechts: Salzgitter Lebenstedt Krähenriede - Duitsland. Dezelfde verknedingen, daar 'Würgeboden' genoemd. De vindplaats werd in de 1952 ontdekt en wordt gerekend tot een van de bekendste mammoetjagerskampementen van Europa. Ook daar werden de vondsten op en diepte van meer dan zes meter aangetroffen. De vondstvoerende laag vertoont zichtbaar dezelfde permafrostverknedingen als die van Wezuperbrug. Salzgitter Lebenstedt werd in beginsel gedateerd op zo'n 100.000 jaar voor heden. Het is bijgeschaafd en men dateert het nu op ongeveer 50.000 voor heden. Wezuperbrug is behoorlijk jonger, het is gedateerd op 41.000 voor heden. De klimaten lijken overeen te komen.
De botvondsten van Salzgitter Lebenstedt werden vnl aangetroffen in het ondiepe water langs de oever van een pleistocene rivier. De afscheiding van droge oever en water is duidelijk te zien. In het Braunschweigische Landes Museum in de stad Wolfenbüttel is een deel van de vondsten te zien. In 2008 heb ik het bezocht en er foto's genomen. Er is een klein deel van de vindplaats in z'n geheel gereconstrueerd. De hut en de schedelopstelling berusten volgens mij op fantasie, hoewel het voor te stellen is dat een toenmalige hut er ongeveer zo uitgezien kan hebben. Ook een dergelijke cultusplaats zou denkbaar zijn.

De afgedankte botten liggen her en der verspreid in het ondiepe water langs de oever van de rivier. Deze vuilstort besloeg een groot oppervlak. Langs de nederzetting van Dolni Vestonice had ze een lengte van vele tientallen meters. De breedte en hoogte waren eveneens enorm. Ook die afvalhoop lag voor het grootste deel in het water van een riviertje. Waarom mensen uit die tijden hiervoor kozen is niet te begrijpen. Op de wal bij de hut is geen enkel botje te zien. Men zou denken dat de overgebleven vleesdelen aan de botten het water zouden doen infecteren bij rotting en dat men bij het drinken er van allerlei ziektes kon oplopen.

Het aantreffen van vraatsporen op botten uit een dergelijke vuilstort is een algemeen verschijnsel gebleken na inspectie van de opgegraven delen. De botten lagen ver genoeg van de tenten af om ongemerkt door wolven, vossen, ratten en muizen versleept en aangevreten te kunnen worden. Alle zachtere delen, zoals de gewrichtsnobbels waren voor deze dieren toch nog een lekker hapje. Wolven en vossen zullen soms wel eens bij dit feestmaal verrast zijn en als bontjas of muts zijn geëindigd.

Wanneer het op Wezuperbrug om een gelijkend kampement aan een oever zou gaan, dan is er door het gegraven Gasuniepijpleidingentracé nog maar een klein stukje van aangesneden. En indien dat wat er nu geborgen is alles zou zijn wat er gelegen heeft, dan is het een godswonder te noemen dat het tracé er precies overheen kwam te liggen. Alleen al deze overdenking geeft aan dat het hoogstwaarschijnlijk niet meer is dan een doorsnijding van een groter geheel. Dat er naast de mammoetrestanten ook een deel van een wolharige neushoorn is aangetroffen wijst op het bijzondere van deze vindplaats. Mammoeten en wolharige neushoorns sterven niet gelijktijdig op dezelfde plaatsen. Mensen dumpen echter wel al hun afval gelijktijdig op dezelfde stort, dus mammoet- en wolharige neushoornrestanten komen daar dan door elkaar heen te liggen.
Foto en citaat uit 'De Pers', o.a. interview met Anton Verhagen:

Op een van de botten zijn kras-
en knaagsporen gevonden. Dat
wil volgens Verhagen zeggen dat op die plek in Drenthe veertigduizend jaar geleden een Neanderthaler heeft rondgelopen.

"We zijn de grond uit het vak aan het zeven om te kijken of we vuurstenen terugvinden. Als we stenen werktuigen vinden, dan is het honderd procent zeker dat het een werktuig van Neanderthalers is."

De resten worden naar het cultuurhistorisch depot in Nuis gebracht.
Op de vindplaast Salzgitter Lebenstedt langs het riviertje de Krähenriede werden o.a bovenstaande 'verse' vuursteen gereedschappen aangetroffen. Het gaat om vuistbijlen, schavers, messen, hakkers enz. Er werd een complete toolkit opgegraven, passend binnen de menselijke overlevingsstrategie behorende bij het toenmalige klimaat en de ermee samenhangende biotoop. In het museum van Wolfenbüttel ligt maar een beperkt deel van alle vondsten die men op de site heeft opgegraven. Het is algemeen bekend van opgravingen dat er bij het vervaardigen van stenen gereedschappen een enorme hoeveelheid afval vrijkwam, bestaande uit ontelbare afslagen die deels weer tot een ander werktuig werden omgevormd en die deels niets anders waren dan afval. Op een site waar vuursteen bewerkt werd, wordt dan ook een enorme hoeveelheid van dat afslag-afval gevonden, vaak bestaande uit miniatuurafslagjes, de splinters. Zo ook op Salzgitter Lebenstedt. De vondsten werden ontdekt in 1952 bij de aanleg van een pompstation. De site werd daarna een soort model voor alle opvolgende ermee vergelijkbare vindplaatsen. Dit ging ook op voor de in 1965 door een amateur bij Hoogersmilde ontdekte vuistbijlen, die door diepploegen aan de oppervlakte van een akker waren terecht gekomen. De vondsten werden gemeld en nog datzelfde jaar werd er een opgraving verricht. Tot op een diepte van 80 cm onder de bouwvoor werden nog artefacten in onverstoorde grond aangetroffen. Hiermee was overduidelijk aangetoond dat het om een in situ ging van Mammoetjagers. De Neanderthaler had zijn sporen dus ook in ons land achtergelaten. De vondsten werden al gauw naast die van Salzgitter Lebenstedt gelegd en er werd gekeken naar de overeenkomsten. Die waren overtuigend genoeg om te kunnen stellen dat Hoogersmilde tot dezelfde cultuurgroep behoorde. Die werd toen nog de 'Lebenstedtgruppe' genoemd. De betrokken wetenschappers, prof Waterbolk en dr Van der Waals, omschreven het in 1973 alsvolgt:

"De Lebenstedtgruppe is de enige midden paleolithische cultuur binnen het gebied van het Noordwest-Duitse Laagland, en direct naastliggend is Hoogersmilde niets anders dan de westelijke exponent ervan.....Dit gecombineerd met het feit dat Bosinski meerdere vuistbijlen van Hoogersmilde als karakteristiek beschouwt voor zijn Lebenstedtgruppe, lijkt het er sterk op dat er een relatie bestaat tussen de twee....Indien de grote zware bijlen van Hoogersmilde of Hijken ‘los’ gevonden zouden zijn, dan hadden we ze zondermeer tot de Lebenstedtgruppe gerekend”.

Er is dus overeenkomst in de toolkit, echter over de 'landschappelijke ligging' van Hoogersmilde en het later ontdekte Hijken en Eemster kan alleen maar opgemerkt worden dat het om 'open land kampementen' ging, en ook dat is een overeenkomst met het Duitse model, ze waren ongetwijfeld ook gelegen in de nabijheid van een rivier of meer. Helaas zijn de bodemomstandigheden op de Noord-Nederlandse sites niet van dien aard dat er organisch materiaal bewaard kon blijven, dus is er ook niets bekend over de jachtbuit en de gereedschappen van bot, gewei en ivoor. Maar gezien de overeenkomsten en de ligging van de Nederlandse sites in de keizandbodems, zijn die ook gedateerd zo rond de 50.000 BP. Het wachten was op een nieuwe site. Die lijkt nu aangetoond te zijn. Op botmateriaal van Wezuperbrug zijn menselijke aangebrachte kapsporen ontdekt. Wat ligt er nog in de bodem? Een opgraving ervan kan een nieuwe impuls geven aan het MP-onderzoek in ons land. Leiden doet momenteel veel ervaring op in de omgeving van Leipzig, waar onder leiding van prof Roebroeks Neanderthal-kampementresten worden opgegraven, gelegen aan de oever van een meer. Hij zou daarom zo zijn activiteiten kunnen verplaatsen naar Wezeuerbrug. De nieuw aan te stellen Paleo-deskundige op het GIA in Groningen, dr Hans Peeters, heeft zijn sporen ook reeds verdiend binnen MP-onderzoek. Hij werkte o.a. in het Zuid-Franse Tautavel mee aan het determineren van de vele vondsten uit de beroemde grot aldaar. Leiden en Groningen zouden met dit project een fraai staaltje van hun opgravingskennis kunnen laten zien. Mijn wens is dat men deze kans niet voorbij laat gaan. Mijn advies is: laat het verleden hierbinnen geen rol spelen, iedereen weet wel waarom.
MAMMOETJAGERS GEREEDSCHAPPEN VAN DE 'LEBENSTEDTGRUPPE'
Foto uit: Mammutjäger vor 100.000 Jahren van Alfred Tode 1954
Foto's opgraving Wezuperbrug: Jelmar Geertsma.
Foto's museum Wolfenbüttel, vlakbij de stad Braunschweich in Duitsland: Klaas Geertsma.
De tekeningen van de mammoet en de wolharige neushoorn komen van het internet, de makers ervan zijn onbekend.
Op Wezuperbrug werd ook een botrestant, een onderarm, van een wolharige neushoorn aangetroffen. De aanwezigheid van dit bot is mogelijk een onderstreping van de visie dat het op Wezuperbrug om een slachtafvaldump gaat van een Neanderthalkampement. Mammoeten en wolharige neushoorns sterven vast niet tegelijk op dezelfde plek. Ook raken ze niet zomaar van de wal in de sloot. Met andere woorden, het gaat niet om dieren die zijn verdronken of in een moeras zijn weggezakt. Er werden naast de resten van de genoemde dieren ook nog diverse vogelbotjes en vissengraten aangetroffen. Het was goed toeven in Drenthe, het lijkt een Neanderthal-luilekkerlandje geweest te zijn.
30 SEPT 2009 - ANTON VERHAGEN: 100 % KANS OP EEN NEANDERTHAL-NEDERZETTING
TV-Drenthe, woensdag 30 september. Er waren bewerkte botten aangetroffen, dit was opnieuw een reden om met een tv-ploeg de opgraving te bezoeken en Anton Verhagen daarover aan het woord te laten. Hij is de grootste deskundige van ons land op het gebied van bewerkte botten. Hij constateerde op meerdere botten van Wezuperbrug menselijke snij en kapsporen. Dit wijst volgens hem op menselijke activiteiten. Dat was de Neanderthaler van 41.000 jaar geleden. Hij adviseert om de opgraving verder uit te breiden. Hij denkt dat er 100% kans is op het aantreffen van een kampement in situ van
onze illustere voorganger.

Klik op foto voor film
Home Film Vondsten Actueel Eemster Vermaning APAN/EXTERN Contact Links
De opgraving bij Wezuperbrug werd uitgevoerd door RAAP, het adviesbureau voor archeologische monumentenzorg en cultuurhistorie. Wilt u meer weten over deze organisatie, dan gewoon even klikken op RAAP
Nieuwsberichten over de opgraving vindt u hier RTV-Drenthe verslag en mp3s, hier Dagblad van het Noorden
en hier NOS-nieuws.
25 SEPT 2009 -WEZUPERBRUG OP TV-DRENTHE - OVER BOTTEN EN SCHEDELS
TV-Drenthe berichtte op vrijdag 25 september voor het eerst over de mammoet opgraving Wezuperbrug.
De opgraving trok veel belangstelling en de verwachtingen waren hoog gespannen. Er werden fraaie restanten aangetroffen van o.a. een tweetal mammoeten en een wolharige neushoorn.
Alles lag duizenden jaren verpakt in en onder een veenlaag. Hierdoor konden de botten goed bewaard blijven.

Klik op foto voor film
Links naar alle artikelen en bijdragen op ApanArcheo, inclusief PDF-artikelen.

Over de APAN

Uitleg bij het APAN-vignet

APAN/EXTERN

Eemster, de vindplaats

APAN-onderzoeken

Tjerk Vermaning

Rapport Roebroeks- Eemster revisited

Artefacten her-determinatie

Collectie Sigrid Wolff

Collectie Groot Obbink

Collectie Limburgs Museum

Collectie Albert Siebring


Harry Huisman de stenenman

Abrasie in museum Les Eysies

Neanderthaler in Fryslân

Moustérien in Europa

De bipoplair-techniek

48 Vuistbijlen uit de Noordzee

Pijl&Boog van Hardinxveld

Neanderthaler in Drenthe

Jadeitbijlen in Neolithicum

De paardenjagers-godin

Hyaliet is een afzetting

Schuilenburg Midden Paleo 1
Schuilenburg Midden Paleo 2
Schuilenburg Midden Paleo 3
Schuilenburg Midden Paleo 4
Schuilenburg Midden Paleo 5

West Runton 1.800.000 BP

Mammoet van Wezuperbrug

Film

Stenenzoeken in het post-Vermaning-tijdperk

Foto's van Noordelijk vers-MP

Micoquin - Leek 1
Micoquin - Leek 2
Micoquin - Leek 3

Drie Wâldgroepschaven

Schuilenburg snavelboor

Gieten MP-snavelboor

Gieten MP-holschaaf

MP-vuistbijl van Joldelund

Grootste MP-schaaf Friesland

Bipolair MP Friesland

PDF-artikelen

Van Hyaliet tot vers
Wilhelminaoord lezing GJ van Noort

Wat gebeurde er nou echt met de Neanderthalers?

APAN/EXTERN 11- Eemster waarheid in situ

Neolithisch depot van Ravenswoud

Brabantse Broddels 1

Archeobrief - APANbetoog

Brabantse Broddels 2

Open brief aan prof dr Louwe Kooijmans

Brabantse Broddels 3

Het Leiden-glaciaal in Nederland

MP-merkwaardigheden

Collectie Sigrid Wolff

Spitsschaaf Bemmel

Standvoetbekerbijltje Leek

De migratie van jagers/verzamelaars van
de Hamburgcultuur in de Noord-Europese
laagvlakte (13.000 - 11.000 BP)


Een rendierjagersvindplaats van de Ahrens-burgcultuur in de Zuidelijke Noordzee
Inclusief: Een sjamanentrommel uit 1737 als verklarend “woordenboek” voor 11.000 jaar oude tekens?

Ahrensburgtekens in het Laat Mesolithicum

IJstijdkunst en de Maanmythe

Spaubeek; van rolsteen tot slijpsteen. Onderzoek
van een oudpaleolithisch vondstcomplex


Gekerstende oude heilige plaatsen

Brabantse Broddels 4

De Leemdijkbijl. De bewogen geschiedenis van een Drentse vuistbijl'. Door A. M. Wouters.

Engelstalige PDFs

Over Jadeietbijlen in het Neolithicum
The big search for 'Green' started 5000 BC. The beginning of a new Era

Over het hoe en wat van de Neanderthalers
The effects of metabolic changes in pleistocene
hominids


Boekbesprekingen

Over het boek Scherpe stenen op mijn pad
De zwanenzang van professor H.T. Waterbolk:
een compositie in dissonanten

Over het boek Op zoek naar de Kelten. Nieuwe archeologische
ontdekkingen tussen Noordzee en Rijn

Op zoek naar de Kelten. Een boekbespreking

Over een spannend archeo-boek
Het Peruvium Project







Voor een foutloze weergave open ApanArcheo in Internet Explorer of Google Chrome

 

DE MAMMOETOPGRAVING VAN WEZUPERBRUG

EEN 41.000 JAAR OUD NEANDERTHAL KAMP, KLAAR OM OPGEGRAVEN TE WORDEN?


'SALZGITTER LEBENSTEDT' OP HET DRENTS KEILEEMPLATEAU BIJ WEZUPERBRUG (DR)

 

©2009 APAN