Home Film Vondsten Actueel Eemster Vermaning APAN/EXTERN Contact Links
EEN GEWEIHAMER EN EEN 'POTTENPOLIJSTER' VAN 'OLDE STAPHORST'
EEN 'STONEHENGE' IN NEDERLAND
naar het begin van de pagina

EEN VERSE SPITSSCHAAF UIT HET MIDDEN PALEOLITHICUM EN TWEE ARTEFACTEN VAN EDELHERTGEWEI UIT HET NEOLITHICUM

Onlangs was APAN-lid Albert Siebring uit Assen bij mij op bezoek, hij wilde zijn aan mij uitgeleende artefacten wel weer eens een keertje terug. Ik had ze al jaren in huis. Zou er wat mee doen. Kwam er niet van. Mocht ze nog iets langer houden, want nu was de tijd rijp voor de persentatie van de midden paleolithische spitsschaaf uit deze verzameling. Het is een Balloo-look-alike, alleen dan 'vers'. Dus van een Neanderthaler ter plaatse. Helaas ligt zijn vermoedelijke site al meer dan 40 jaar onder een weiland.

Siebring heeft zijn actieve periode al een tijdje achter de rug. Zijn zoekactiviteiten liepen voor een deel parallel aan die van Tjerk Vermaning. Hij was een van diens leerlingen. Beiden woonden in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw in Meppel. Siebring werd door zijn intensieve vriendschap met Vermaning in eerste instantie ook als verdachte beschouwd in de nu beroemde affaire.

In feite was Siebring de eerste
die door Vermaning op de hoogte werd gebracht van zijn spectaculaire vondst van een vuistbijlengroep nabij de tv-toren van Hoogersmilde. Hij moet er nog vaak aan terugdenken en ziet dan Vermaning weer voor zich. Zijn blik is binnenwaarts gericht als hij zegt: 'Zo opgetogen als die man was, dat kon geen toneelspel zijn. Ik heb nog nooit iemand zo blij gezien'.

Siebring had evenals zijn leermeester een scherp oog en gevoel voor 'waar je moet zijn'. Tijdens graafwerkzaamheden in 1977 en 1978 nabij het Meppelerdiep, waar een nieuw afwateringskanaal werd aangelegd, ontdekte hij een vroeg neolithisch vondstcomplex met veel vuursteenmateriaal, maar ook met enkele gewei-artefacten. Deels in situ aangetroffen en deels in uitgeworpen grond.

In totaal vond hij er 2280 stuks vuursteen waaronder 235 artefacten, 1360 afslagen, 230 klingen, 264 kernstukken en 191 brokstukken. De artefacten waren onderverdeeld in 96 afslagkrabbers,
12 kernkrabbers, 4 korte klingkrabbers,
3 lange klingkrabbers, 9 klingstekers,
4 afslagstekers, 14 microlithen,
36 geretoucheerde klingfragmenten,
21 geretoucheerde afslagen, 1 afslag
met encoche en 1 bifaciiaal werktuig.
Er wordt ook gedacht aan Laat-Meso en Hamburg bijmenging. Er was dus eerder al bewoning geweest op dezelfde plek.

Het bijzondere aan deze vondst was dat er ook werktuigen werden geborgen van edelhertgewei. Deze bestonden uit een basisbijl van 19 cm, een keine basisbijl van 12 cm met de snede nog aanwezig, een volgtakbijl waarvan de snede ontbreekt, van 19 cm, een bijl uit een zijtak met gave snede en doorboring, 20 cm, en een gebroken stangfragment met enige kerfsporen, 19cm.

Verer nog wat steenmateriaal zoals de snedehelft van een brede, platte dissel van een groenachtig grijs gelaagd gesteente, waarschijnlijk gneiss, lengte 7 cm en een complete maalsteen met loper.

De stenen en vuurstenen werden in het zand aangetroffen, de edelhertgeweidelen in het er overheen afgezette veen. Het vondstoppervlak betrof 2 hectare. De vindplek stond bekend als 'Olde Staphorst'. De vondstgroep werd door de universiteit van Leiden aangekocht, op voorspraak van prof. dr. L.P. Louwe Kooijmans. Dit was niet de eerste keer dat beroepsarcheologen belangstelling toonden voor zijn vondsten, eerder al in 1967 determineerde de Paleo specialist dr. Assien Bohmers, Hamburg-artefacten in zijn collectie en adviseerde het Drents Museum tot aankoop. Dit complex werd onder de naam 'Kolderveen' geïnventariseerd. Hij had het in 1957/58 ontdekt.

Maar het meest tot de verbeelding sprekende artefact uit de collectie Siebring is wel de hiernaast afgebeelde geheel rondom geretoucheerde Micoquien of Smildien spitsschaaf. Het artefact werd gemaakt op een vorstsplijtstuk van een uiterst zeldzame vuursteensoort. Het vertoont veel overeenkomst met de 'Halbkeil' van de in december 2008 geclaimde 'Neanderthal vindplaats'
Balloo
. Het grote verschil daarmee is dat deze geen 'windlak' heeft, maar volkomen vers is. Het artefact is een losse vondst. Gered door Tjerk Vermaning, hij weer, van de stenenvanger van de aardappelmeelfabriek Oranje. Siebring stond er naast en keek er naar, zoals het spreekwoord gaat. Berustend zegt hij: 'Ik was wel jaloers. Maar wat wil je, aan de blik van Vermaning ontsnapte niks'.
De beide amateur archeologen konden via de vrachtrijder de akker achterhalen waar dit artefact vandaan was gekomen. Dat leverde toen niks op want al kort na de aardappeloogst werd de akker grasland. Siebring rijdt er nog wel eens langs in de hoop dat er eindelijk weer eens geploegd is.

Het artefact is geslagen van een bijzondere soort vuursteen. Grijzig-wit in de kern, met okerkleurige banderingen daar omheen, doorlopend tot onder de cortex die vreemd genoeg wit is. Deze vuursteen is tot nu toe, naast deze spits, bij ondergetekende aleen bekend van een Midden Paleo-vindplaats nabij Bakkeveen. Het grote brok achter de spistsschaaf komt van die locatie. Het werd als kern gebruikt (hier niet zichtbaar). Op Bakkeveen werden, naast deze fraaie soort, ook nog andere 'exotische' vuursteenvariëteiten aangetroffen. (K.G).            

Midden paleolithische spitsschaaf (type Micoquienspits ) uit de collectie Albert Siebring op dwarsdoorsnede. Micoquien is de late Neanderthal cultuur die in de Weichsel ijstijd voorkwam in Centraal Europa tot in ons land. Het wordt gedateerd tussen 80.000 en 35.000 BP. Het is een met het Franse en Engelse Moustérien verwante cultuurfase. Kenmerkend voor beide culturen zijn kleine vuistbijlen en spitsschaven, ook wel spitsen genoemd.
Het Micoque is door prof. dr. Gerhard Bosinski in vier groepen onderverdeeld; het Micoque Bockstein; Micoque Schambach, Micoque Klausennische; en het Micoque Rörshain. In Extern 10
is door G.J. van Noort een Micoque Schambach van Texel gepubliceerd. Het Micoque in Frankrijk is veel ouder, zelfs van pré Saale. Het Smildien is een Late Acheulcultuur uit het Eemien-vroeg Weichselien - 125.000 - 50.000 BP. Bekende vindplaatsen zijn: Hoogersmilde, Hijken en Eemster. Dit type spits behoort tot de inventaris
Links: De punt van de geweistang is sterk gepolijst. Dit komt bij meerdere terug gevonden exemplaren zo voor. Men denkt dat ze gebruikt werden bij het pottenbakken. Ze zouden gediend hebben om de binnenkant van nog niet gebakken aardewerk glad te strijken. Daardoor zou de glans zijn ontstaan. Op 'Olde Staphorst' is geen aardewerk gevonden. Foto's K.G.
Met dank aan Albert Siebring voor het zo lang uitlenen van zijn mooie artefacten. Voordeel van deze lange uitleentermijn was wel dat er tussentijds op de midden paleolithische vindplaats Bakkeveen in 2008 een vuursteenknol werd gevonden van dezelfde soort als waarvan de Micoquienspits van Oranje werd gemaakt en dat ik ze naast elkaar kon zetten. Beide kregen daardoor een meerwaarde. De spitsscaaf, de knol en de 'Halbkeil' van het 'Neanderthaler kampement' Balloo waren
de reden tot het schrijven van deze bijdrage. De knol werd gebruikt als kern.
ACETAATPEELS VAN 'DRIBBELPAADJES' OP OMCIRKELDE RIB
Van een van de licht afgeronde ribben in het omcirkelde gedeelte werd door Govert van Noort een aantal acetaatpeels gemaakt. De acetaatpeel-methode wordt wel de 'electronenmicroscoop op de keukentafel' genoemd. Onder de microscoop kan er tot 250x worden uitvergroot. Onderstaande foto's tonen het resultaat. De rib is overdekt met de zgn 'dribbelpaadjes'. Dit zijn uiterst fijne krasjes, ze zijn veroorzaakt door individuele zandkorrels. Door de breedte van het paadje te meten kan de grootte van de korrel berekend worden. Foto: K.G.
Op de rib zijn meerdere dribbelpaadjes zichtbaar. Ze zijn ontstaan in de bodem door schurende zandkorrels, mogelijk in
een kryoturbate periode tijdens het Weichselien. De dribbel bij de rode pijl is op onderstaande foto uitvergroot.
Foto: G.J. van Noort- x160
De 'dribbel' bij de rode pijl. Vuursteen laat bij beschadigingen onder hoge druk van een hard scherp bewegend voorwerp een karakteristiek beschadigingspatroon zien. Kenmerkend eraan zijn de achter elkaar liggende ribbels. Door Van Noort 'dribbelpaadjes' genoemd. De zandkorrel-dribbelpaadjes zijn de kleinst waargenomen krasjes met dit karakter op vuursteen. Krassen veroorzaakt door grotere bewegende harde objecten laten eenzelfde patroon zien, alleen dan zijn de 'dribbels' groter. De gelijkenis tussen de beschadigingen ligt aan de samenstelling van vuursteen. Daarover wordt binnenkort een korte verhandeling toegevoegd. Op onderstaande foto een door Van Noort experimenteel verkregen 'dribbel' op een stuk vuursteen van de Hooge Berg van Texel. Foto: G.J. van Noort.
Een experimenteel verkregen 'dribbelpaadje'. Door een vuursteen te slijpen met zandkorrels op een onderligger van graniet, verkreeg Van Noort de bovenstaande 'dribbel'. Het vertoont hetzelfde karakter als de in de natuur ontstane voorbeelden op midden paleolithische artefacten. Van Noort heeft van vele artefacten uit de collectie Vermaning acetaat peels gemaakt, o.a. van Eemster, Hoogersmilde, Hijken, Ravenswoud en van de los gevonden vuistbijlen het Oog van Ravenswoud en de Leemdijkbijl. Op al deze artefacten heeft hij dribbelpaadjes aangetroffen. Het kan beschouwd worden als een kenmerk van authenticiteit. Foto: G.J. van Noort.
Links: hamer van Edelhertgewei, 18,5 cm bij 6 cm. Rechts: aangepunt uiteinde van een geweistang van een edelhert, 20 cm. De geweihamer is door het gebruik aan een kant deels in de lengte doormidden gebroken. De aangepunte geweistang is op de punt sterk gepolijst. Zie onderste foto.
De midden paleolithische spitsschaaf (type Micoquienspits - Bosinski 1967 blz. 48) uit de collectie Albert Siebring meet 8,5 cm en is niet dikker dan 1,3 cm. Hij is gemaakt van een vorstsplijtstuk van een bijzonder zeldzame vuursteensoort. Deze vuursteen was tot nu alleen bekend uit de diepte van twee zandwinputten en van een midden paleo-vindplaats nabij Bakkeveen. De grote knol op de foto, achter de spits, komt van die locatie.
De spitsschaaf werd gevonden door Tjerk Vermaning en Albert Siebring bij de stenenvanger van de aardappelmeefabriek Oranje. De locatie van herkomst is bekend, dus
wordt daar misschien in de toekomst de vierde Smildiensite ontdekt.

Lit. Die mittelpaläolithischen Funde im westlichen Mitteleuropa. Gerhard Bosinski. 1967.

Foto's en tekening K.G.
Spittschaaf (type Micoquienspits - Bosinski 1967 blz. 48) uit de collectie Albert Siebring, 8,5 cm, rondom geretoucheerd. Volgens Harry Huisman, deskundige op het gebeid van noordelijke steensoorten, is de spitsschaaf gemaakt van een bijzondere soort vuursteen; opaak met grillige roestverkleuringen, geen of nauwelijks bryozoën. De witte partijen hebben het karakter van hoornsteen. Deze soort kan gemakkelijk aangezien worden voor een zuidelijke soort, maar ze is het echter niet. Deze vuursteen is van noordelijke herkomst. Als oppervlaktevondst is het uiterst zeldzaam. Op het Drents keileemplateau was het tot nu alleen bekend uit twee zandgroeven. De knol op de achtergrond komt van een midden paleolithische site nabij Bakkeveen en werd als een soort kern gebruikt (hier niet zichtbaar). Op die locatie zijn meer 'exotische' vuursteensoorten gebruikt voor het maken van artefacten.
De spitsschaaf (type Micoquienspits - Bosinski 1967 blz. 48) uit de collectie Siebring werd gemaakt op een dun vorstsplijtstuk. Het hoefde alleen nog maar rondom geretoucheerd te worden en het was klaar voor gebruik. In de Franse typologie wordt dit type spitsschaaf 'racloir déjeté double' genoemd. Spitsschaven met een enkele retouche richting punt, de 'racloir déjeté simple' komt veelvuldig voor binnen de toolkit van het Midden Paleolithicum. Zo ook binnen de complexen Hoogersmilde, Hijken, Eemster en Schuilenburg. Ze komen ook voor binnen de culturen van het Micoquien. De 'double' is zeldzamer. Of deze spits een Micoque- of een Smildienachtergrond heeft is niet met zekerheid te zeggen. Om tot een definitieve cultuurtoewijzing te kunnen komen zijn meer bijbehorende artefacten nodig. Hopelijk levert de vindplaats, na ploegen, in de toekomst meer materiaal op. Binnen de oudere culturen van het Middem Acheul van 200.000 BP komt een dergelijk artefact ook voor, daarbinnen wordt het 'racloir convergent convexe' genoemd, een bolrond geretoucheerde gelijkbenige driehoekige schaaf.
Webmaster: Klaas Geertsma
KLIK VOOR HET NIEUWE ARTIKEL OVER JADEIETBIJLEN
Links naar alle artikelen en bijdragen op ApanArcheo, inclusief PDF-artikelen.

Over de APAN

Uitleg bij het APAN-vignet

APAN/EXTERN

Eemster, de vindplaats

APAN-onderzoeken

Tjerk Vermaning

Rapport Roebroeks- Eemster revisited

Artefacten her-determinatie

Collectie Sigrid Wolff

Collectie Groot Obbink

Collectie Limburgs Museum

Collectie Albert Siebring


Harry Huisman de stenenman

Abrasie in museum Les Eysies

Neanderthaler in Fryslân

Moustérien in Europa

De bipoplair-techniek

48 Vuistbijlen uit de Noordzee

Pijl&Boog van Hardinxveld

Neanderthaler in Drenthe

Jadeitbijlen in Neolithicum

De paardenjagers-godin

Hyaliet is een afzetting

Schuilenburg Midden Paleo 1
Schuilenburg Midden Paleo 2
Schuilenburg Midden Paleo 3
Schuilenburg Midden Paleo 4
Schuilenburg Midden Paleo 5

West Runton 1.800.000 BP

Mammoet van Wezuperbrug

Film

Stenenzoeken in het post-Vermaning-tijdperk

Foto's van Noordelijk vers-MP

Micoquin - Leek 1
Micoquin - Leek 2
Micoquin - Leek 3

Drie Wâldgroepschaven

Schuilenburg snavelboor

Gieten MP-snavelboor

Gieten MP-holschaaf

MP-vuistbijl van Joldelund

Grootste MP-schaaf Friesland

Bipolair MP Friesland

PDF-artikelen

Van Hyaliet tot vers
Wilhelminaoord lezing GJ van Noort

Wat gebeurde er nou echt met de Neanderthalers?

APAN/EXTERN 11- Eemster waarheid in situ

Neolithisch depot van Ravenswoud

Brabantse Broddels 1

Archeobrief - APANbetoog

Brabantse Broddels 2

Open brief aan prof dr Louwe Kooijmans

Brabantse Broddels 3

Het Leiden-glaciaal in Nederland

MP-merkwaardigheden

Collectie Sigrid Wolff

Spitsschaaf Bemmel

Standvoetbekerbijltje Leek

De migratie van jagers/verzamelaars van
de Hamburgcultuur in de Noord-Europese
laagvlakte (13.000 - 11.000 BP)


Een rendierjagersvindplaats van de Ahrens-burgcultuur in de Zuidelijke Noordzee
Inclusief: Een sjamanentrommel uit 1737 als verklarend “woordenboek” voor 11.000 jaar oude tekens?

Ahrensburgtekens in het Laat Mesolithicum

IJstijdkunst en de Maanmythe

Spaubeek; van rolsteen tot slijpsteen. Onderzoek
van een oudpaleolithisch vondstcomplex


Gekerstende oude heilige plaatsen

Brabantse Broddels 4

De Leemdijkbijl. De bewogen geschiedenis van een Drentse vuistbijl'. Door A. M. Wouters.

Engelstalige PDFs

Over Jadeietbijlen in het Neolithicum
The big search for 'Green' started 5000 BC. The beginning of a new Era

Over het hoe en wat van de Neanderthalers
The effects of metabolic changes in pleistocene
hominids


Boekbesprekingen

Over het boek Scherpe stenen op mijn pad
De zwanenzang van professor H.T. Waterbolk:
een compositie in dissonanten

Over het boek Op zoek naar de Kelten. Nieuwe archeologische
ontdekkingen tussen Noordzee en Rijn

Op zoek naar de Kelten. Een boekbespreking

Over een spannend archeo-boek
Het Peruvium Project







Voor een foutloze weergave open ApanArcheo in Internet Explorer of Google Chrome

 

MIDDEN PALEO SPITSSCHAAF UIT DRENTHE

EEN 'VERSE' MIDDEN PALEO-SPITSSCHAAF UIT HET MICOQUIEN OF SMILDIEN


COLLECTIE ALBERT SIEBRING - ASSEN

©2008 APAN